‘Kaart 24’ in het spreukenboekje: Gelukkig door Ont-Dekken, Sterker door Ellende, van Anja Jongkind en Greet Vonk… (ISBN:978-90-830767-2-0)
Anja en Greet hanteren een holistische visie en een van de aspecten van het leven is uiteraard het lichaam. En aangezien het lichaam voor zeker 70% uit water bestaat, is het dus heel relevant om daar voldoende van binnen te krijgen op een dag. In mijn Herbalife tijd adviseerde ik ook om 1 liter water per 30 kg lichaamsgewicht te drinken. Het advies van Anja en Greet om ‘minstens 2 liter per dag te drinken, startend met een halve liter liefst warm water om de afvalstoffen van de nacht uit te spoelen’, sluit daar aardig bij aan. Maar de toevoeging “liefst warm” is wel weer bijzonder en dat zette me aan het denken, mede ook ingegeven door de warme dagen die we weer hebben mogenmoeten beleven.
Ons lichaam is uit op stabiliteit, op zekerheid, op veiligheid. Alles is gericht op de situatie zo maken dat het zo goed mogelijk is aangepast en functioneert onder continu veranderende omstandigheden. Perioden van inspanning worden afgewisseld met perioden van rust en herstel, uitdaging wordt afgewisseld met ontspanning, stress met rust… dat is althans de bedoeling. Ik durf wel te stellen dat in de afgelopen eeuw – zeker in onze westerse samenleving – de uitdagingen waar ons lichaam aan wordt blootgesteld, enorm is toegenomen. De verworvenheden die ons leven ‘makkelijker’ maken, kunnen op een andere manier ook juist voor stress en verstoring van de homeostase zorgen.
Ik blijft even bij het ‘warme water’… De overgang van de ‘IJS-kast’ naar de ‘KOEL-kast’ heeft de luxe van gekoelde dranken zo beschikbaar gemaakt, dat we dit als gewoon zijn gaan beschouwen en lekker verfrissend, mogelijk mede onder invloed van marketing… Maar wanneer je het goed beschouwt, dan is eigenlijk het drinken van iets op lichaamstemperatuur het minst ‘stressvol’ voor het lichaam. Er hoeft dan niet op gereageerd te worden om het of op te warmen, of af te koelen.
Maar ‘stress’ heeft ook voordelen, het dwingt tot aanpassing, tot flexibiliteit en ontwikkelen van aanpassingsvermogen. De ontwikkeling van foetus tot volwassene, wordt ‘gestuurd’ door de prikkels die er zijn. Zonder licht zal het oog zich niet ontwikkelen tot een ‘ziend’ orgaan, zonder geluid, geen gehoor, enzovoort… Enerzijds is het zo dat het vermogen er is in anticipatie op wat er ‘verwacht mag worden’, anderzijds zal het zonder prikkel niet tot wasdom komen. Maar dit terzijde, terug naar het hier en nu. Onder- en overprikkeld zijn, zijn beide niet goed. Een beetje stress en is goed, maar teveel en continue stress is niet bevorderlijk voor de gezondheid, c.q. veiligheid van het organisme.
Ik keer weer even terug naar warmte en koude, als prikkels. Bij hoge temperaturen helpen warme dranken om het lichaam aan te zetten tot meer ‘inwendige’ koeling, terwijl bij kou, een ijsje dus, juist de inwendige kachel zou moeten opstoken. Een koude-prikkel wordt ook geassocieerd met het stimuleren van het immuunsysteem. Dit was voor mij de aanleiding om hier toch weer mee te gaan experimenten, na ontdekt te hebben dat ik de ziekte van Lyme heb (de Borrelia spirocheet en wat co-infecties zitten in mijn bloed). Ik had het altijd koud, bij een omgevingstemperatuur van 24 graden vond ik het pas prettig. Desondanks ben ik begonnen met mijn lichaam te prikkelen door het douchen af te ronden met steeds wat minder warm water. Mijn lichaam heeft erop gereageerd, zodat ik me nu in ieder geval ook bij lagere omgevingstemperaturen prettig voel. Of het ook het gewenste effect op mijn immuunsysteem heeft gehad, vind ik nog moeilijk te beoordelen, maar ik zie wel minder Borrelia en meer leukocyten in mijn bloed. Dat stemt mij in ieder geval positief. Mijn experiment met warm en koud water in de douche gaat echter nog verder…
Na 58 jaar ben ik erachter gekomen dat mijn basisvertrouwen niet zo goed ontwikkeld is, het ontbreekt mij aan een vertrouwen op stabiliteit, op zekerheid, op veiligheid… Dit verklaarde voor mij veel van hoe ik mij altijd gevoeld heb en waarom ik mijn leven lang depressief ben geweest. Mijn zelf-onderzoek naar hoe het dan kwam dat ik dat basisvertrouwen niet had ontwikkeld, bracht mij op het pad van hechtingsteorie, (complex) trauma, wat dat met je zenuwstelsels doet, hoe trauma in je lichaam wordt ‘vastgelegd’ en welke consequenties dat allemaal kan hebben op langere termijn op zowel psychisch, als fysiek niveau (wanneer je dat onderscheid wilt blijven maken). Waar ik mee worstel(de) was, dat ik volgens mij geen ‘grote’ traumatische gebeurtenissen heb meegemaakt. Mij bleek echter, dat dat iets is dat vooral tot ‘shock trauma’ leidt, Trauma met een grote ‘T’ (PTSS). Complex Trauma (CPTSS), wat ook wel OntwikkelingsTrauma wordt genoemd, ontstaat door een opeenvolging van kleine en/of grotere krenkingen (little murders), en/of door niet hebben gekregen wat je wèl had moeten krijgen (verwaarlozing). En dat kan allemaal in heel veel verschillende combinaties en vormen zijn. Er zo naar kijkend, zijn er heel veel verschillende factoren te noemen die hebben bijgedragen aan mijn onveilige hechtingspatroon. Mijn jeugd bekijken vanuit het perspectief van de Adverse Childhood Experience Studies (ACE), gaf mij een heel andere kijk op mijn vroege geschiedenis.
Terug naar wat ik dan met ‘Koud en Warm’ heb gedaan op dat gebied… Vroeger, in eerdere therapieën, had ik al geleerd dat het een illusie is om op latere leeftijd nog te krijgen wat je vroeger had moeten hebben. Het moment om het gevoel van veiligheid te ervaren, waardoor je kunt onderzoeken en groeien, was toen… Dit werd gebracht als een gegeven en iets wat je moet accepteren, want met het verstrijken van het moment was het eigenlijk gebeurd… Maar nu zie ik dat dat niet het eindpunt is, want letterlijk, ‘zolang er leven is, is er hoop’. Niet op het herstellen van het verleden, maar op verandering in het heden. Het eerste moment van het mogelijk ontvangen van anderen wat je nodig had, is geweest, maar dat wat je nodig hebt, nu aan jezelf kunnen geven, zou mooi zijn. Daarvoor moet je weten wat er aan de hand is en hoe je dat jezelf kunt geven. Aangezien ik tot de inzichten kwam, dat mijn gebrek aan vertrouwen eigenlijk in mijn zenuwstelsel is opgeslagen en dat ik – als coping mechanisme – ook letterlijk mijn fysieke voelen en waarneming had onderdrukt, kwam ik tot een experiment. In navolging van het voelen en ervaren van het koude water aan het eind van de douche, bedacht ik me dat ik ook mijn vertrouwen een stukje zou kunnen trainen, het vertrouwen in de omgeving en ook het vertrouwen in mijzelf. Dankzij een van die moderne verworvenheden, zijnde in dit geval de ‘thermostaatkraan’ en een betrouwbare warmwatervoorziening, kan ik erop vertrouwen dat het douche-water, op de ingestelde temperatuur zal komen. Geleidelijk aan heb ik mijzelf aangewend om nu onder de douche te stappen zodra het water stroomt, hoe koud het water ook is… dit in het vertrouwen dat het vanzelf warmer wordt… Het heeft ertoe geleid, dat zelfs wanneer ik vergeten ben om de kraan goed in te stellen, ik toch rustig, ontspannen en vol vertrouwen, de kraan alsnog goed kan zetten. Op zo’n moment accepteer ik de fout die ik heb gemaakt en corrigeer…, zonder schuld of schaamte, zonder veroordeling, maar met vertrouwen.
Zo is spelen met warm èn koud water, te beschouwen als douchen vanbinnen èn vanbuiten, op vele verschillende manieren…
Let’s play!
Michiel